In Architraaf Decemberi 2016 – n° 190

Architecten worden regelmatig geconfronteerd met bijkomende erelonen naar aanleiding van diverse omstandigheden, waarbij prestaties verricht moeten worden die niet inbegrepen waren in de initieel overeengekomen contractuele verplichtingen.

Vooreerst dienen de prestaties die normaal gezien inbegrepen zijn in de volledige architectenopdracht van ontwerp en controle op de uitvoering van de werken conform de wet van 20 februari 1939, precies omschreven te worden -en bijgevolg ook deze die hierin niet begrepen zijn.

De gewoonlijke architectenovereenkomst definieert duidelijk de taken van de architect (haalbaarheidsstudie en voorontwerp, opstellen van het administratief bouwaanvraagdossier, uitvoeringsplannen, lastenboek, meetstaat, controle op de uitvoering van de werken, verificatie van de afrekeningen en bijstand bij voorlopige en definitieve oplevering).

De overeenkomst verduidelijkt echter zelden de aard en de hoeveelheid van de prestaties die nodig zijn om deze opdrachten te verwezenlijken.

Deze oefening kan zeer moeilijk, zelfs onmogelijk zijn, zeker nu architecten slechts zelden de gewoonte hebben om alle voor hun cliënt gepresteerde uren aan te rekenen.

Het lijkt daarentegen makkelijker en nuttig om de prestaties die aan de basisopdracht ontsnappen en derhalve niet door de forfaitaire erelonen worden gedekt, te detailleren, zodat hiervoor bijkomende erelonen kunnen worden aangerekend.

In het algemeen voorziet de overeenkomst dat « alle bijkomende prestaties, niet opgenomen in de bij huidige overeenkomst vastgelegde opdracht en nodig voor het verwezenlijken van de bij huidige overeenkomst vastgelegde opdracht, niet toerekenbaar aan de architect, door de bouwheer vergoed worden aan navolgend tarief : ………… ».

Deze bepaling omschrijft de berekeningswijze van de erelonen voor deze prestaties, in het algemeen een uurtarief.

Het is echter niet oppervlakkig om nog preciezer te werk te gaan en bij wijze van voorbeeld een aantal hypothèses te geven van bijkomende prestatie, die de architect het recht geven om afzonderlijke erelonen aan te rekenen.

 

Bijvoorbeeld :

  • De wijzigingen aan het ontwerp en/of het programma, minstens wanneer deze plaatsvinden na de indiening van de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en zeker wanneer deze het voorwerp moeten uitmaken van een stedenbouwkundige regularisatie.In dat verband voorziet de overeenkomst dat er geen enkele wijziging aan het ontwerp, het programma of aan het budget zal worden toegestaan, zonder dat partijen hierover voorafgaandelijk tot een akkoord kwamen en dit werd vastgesteld door een schriftelijk tegensprekelijk document, ondertekend door partijen.  Dit principe is uiteraard ook van toepassing op de variaties die worden voorgesteld door de andere tussenkomende partijen in het bouwproces, zoals de ingenieur of de aannemer.

  • Het vergezellen van de bouwheer bij de keuze van de materialen bij de fabrikanten of leveranciers of bij de keukeninstallateurs.

  • De architecturale prestaties, nodig in geval van tekortkomen of falen van de aannemer.

Het kan nuttig zijn om navolgende bepaling op te nemen in de overeenkomst « indien de tekortkoming van de aannemer bijkomende prestaties in hoofde van de architect voor gevolg heeft, dan kan deze laatste hiervoor betaling vorderen aan het hieronder bepaalde tarief, in zoverre de aannemer, in het lastenboek, contractueel gehouden is om deze bijkomende kosten terug te betalen ».

Het is namelijk niet uitzonderlijk dat de architect en aanzienlijk aantal bijkomende uren dient te presteren om tegemoet te komen aan de tekortkomingen van de aannemer, a fortiori in geval van faillissement van deze laatste.

In dat geval is het normaal dat de architect zich laat vergoeden, maar er dient dan in het lastenboek bepaald te worden dat de aannemer gehouden zal zijn om de bouwheer voor deze bijkomende erelonen te vergoeden.

 

  • De prestaties vereist door de administraties onder meer in het kader van de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning.Meer en meer stelt men vast dat de gemeentelijke administraties een hele resem wijzigingen en aanvullingen toebrengen aan het dossier, terwijl de architect kan rechtvaardigen dat hij alle nodige inlichtingen heeft ingewonnen en de stedenbouwkundige bepalingen strikt heeft nageleefd.De erelonen van de architect voor de traditionele opdracht, die reeds worden vastgesteld met grote zuinigheid, kunnen niet nogmaals worden ingeperkt omwille van het verrichten van verschillende bijkomende prestaties. Uiteraard dient de architect die bijkomende erelonen wenst te ontvangen, de bouwheer hiervan voorafgaandelijk op de hoogte te stellen en hem de nodige informatie te bezorgen betreffende de bestaansreden en de aard van deze prestaties, indien mogelijk ook de aan deze prestaties bestede tijd en de berekeningswijze van de erelonen.
CategoryArchitecture